Een opdracht of toets maken en meteen weten wat je goed en fout hebt gedaan én dan direct daarna zelf een verbeterplan maken. Dat is heel in het kort Quayn, een digitaal hulpmiddel dat steeds meer gemeengoed wordt op de locatie Zonegge. Leerlingen vinden het leuk en – niet onbelangrijk – ze gaan er efficiënter door leren.

De afgelopen vier jaar wordt Quayn in toenemende mate gebruikt, voornamelijk als toetsapplicatie, eerst in de onderbouw maar nu ook in bovenbouw. “Nu kunnen docenten aan de slag om leerlingen zichzelf te laten analyseren”, zegt Bert Stronks. Hij is naast teamleider en docent natuur- en scheikunde ook ‘kartrekker’ van Quayn.

Zo hoog mogelijk scoren
Een groot voordeel is dat leerlingen zodra ze hun werk af hebben met de spreekwoordelijke ‘één druk op de knop’ direct zien wat ze goed en fout hebben gedaan. Bert Stronks: “Het motiveert als je meteen feedback krijgt, sommigen maken er een spelletje van om zo hoog mogelijk te scoren.” In Quayn is de score echter meer middel dan doel. De leerlingen moeten aan de slag met de dingen die fout zijn gemaakt. Dat betekent zélf een verbeterplan maken. “Daar blijken leerlingen heel creatief in te zijn. In plaats van automatisch terug te grijpen naar het boek, zie je ze vaak informatie op internet zoeken, filmpjes bekijken of een proefje doen, maar dat verschilt uiteraard per vak.”

Niet vóór maar ván toetsen leren
Volgens Bert Stronks wordt het leren door Quayn efficiënter. “Ze hebben meer oog voor hun verbeterpunten en ze kunnen er meteen aan gaan werken. En ze concentreren zich op wat ze nog niet kunnen in plaats van dat ze alle stof blijven herhalen.” Ook toetsen kunnen in Quayn worden gemaakt. Het principe blijft hetzelfde: gelijk zien wat je fout hebt gedaan en die punten verbeteren. “Daarom zeggen we dat leerlingen met Quayn niet alleen vóór maar ook ván toetsen leren.”

Minder nakijkwerk
Quayn heeft voordelen voor leerlingen, maar ook voor docenten. Ze hoeven minder opdrachten en toetsen na te kijken en leerlingen maken zelf verbeterplannen. Maar aan de andere kant komen er werkzaamheden bij. Quayn ontwikkelt zich steeds meer van toetsprogramma naar analysemiddel. “Quayn levert zoveel gegevens op dat het leerproces van leerlingen diepgaand geanalyseerd kan worden, waarmee docenten echt zinvolle feedback kunnen geven. En natuurlijk hebben ook leerlingen die in Quayn werken behoefte aan instructie of aanmoediging van de docent.”

Docenten zijn bovendien druk met voeden van Quayn met nieuwe opdrachten en toetsen. “Veel hangt af van de kwaliteit van de content. Daar heb je docenten voor nodig”, aldus Bert Stronks. De bijdragen van docenten voor Quayn worden verzameld in een itembank, waarvan ook docenten van andere scholen gebruik kunnen maken. Quayn verspreidt zich namelijk als een ‘olievlek’. Zo hebben ook andere Quadraamscholen het inmiddels geïntroduceerd.

Meer weten over Quayn? Kijk dan dit filmpje.